Dit verband was al bekend in de algemene populatie ouderen, maar is met de Nederlandse Studie naar Depressie bij Ouderen (NESDO) nu ook voor depressieve patiënten aangetoond.
Matheus Arts (GGZ Friesland) en zijn medeonderzoekers onderzochten 378 niet-demente ouderen (60-90 jaar). Op basis van gewichtsverlies, spierzwakte, vermoeidheid, traagheid en weinig lichaamsbeweging bestempelden de onderzoekers 103 patiënten (27,2 procent) als ‘lichamelijk kwetsbaar’; slechts 61 patiënten (16,1 procent) hadden geen enkele van deze klachten.
Lichamelijk kwetsbaar
De lichamelijk kwetsbare ouderen scoorden significant slechter op het verbale geheugen, het werkgeheugen en de verwerkingssnelheid. Opvallend was dat er geen verschil gevonden werd op de interferentie, een uitvoerende taak die in andere onderzoeken duidelijk verband hield met fysieke kwetsbaarheid. Mogelijk komt dit doordat een depressieve stoornis meer effect heeft op het executieve functioneren dan lichamelijke achteruitgang.
Cognitieve kwetsbaarheid
Om de relatie tussen fysieke kwetsbaarheid en cognitieve achteruitgang sterker te benadrukken, is recent het begrip ‘cognitieve kwetsbaarheid’ geïntroduceerd, iets waar de auteurs vurig voorstander van zijn, ook al is een causaal verband – nog – niet aangetoond. Depressie zou een van de onderliggende oorzaken kunnen zijn, omdat dit zowel het fysieke functioneren als de cognitieve vermogens aantast. Hoe groot het aandeel van depressie is in de gecombineerde lichamelijke en geestelijke kwetsbaarheid moet nog worden aangetoond.
Bron: www.trimbos.nl