Nederland telt ongeveer 280.000 mensen met ernstige psychische aandoeningen, waarvan het grootste deel tegenwoordig op zichzelf woont, met ambulante zorg. Een kleine groep woont in een instelling of beschermende woonvorm. Wat werkt nu het beste voor (gedeeltelijk) herstel: isolatie, integratie, acceptatie, of een mix? Daarover sprak Hans Kroon in zijn oratie op 14 december bij de aanvaarding van zijn leeropdracht Ambulantisering en Deïnstitutionalisering.
Zo veel mogelijk deelnemen
Ambulantisering houdt in dat mensen met (ernstige) psychische aandoeningen zo veel mogelijk kunnen deelnemen aan en wonen in de maatschappij. Het doel is minder en kortere psychiatrische opnamen, onder gelijktijdige verbetering van de ambulante zorg en ondersteuning. De filosofie is dat mensen met psychische problemen zo gezond, zelfstandig, sociaal en veilig mogelijk onder de mensen moeten kunnen wonen (integratie). Sinds 2012 hebben gemeenten, GGZ, zorginstellingen en zorgverzekeraars serieus ingezet op ambulantisering. Uit wetenschap en praktijk is meer inzicht gekomen over hoe het beter kan.
Niet tevreden
'Toch kunnen we op dit moment niet tevreden zijn over het proces en de opbrengsten daarvan,' aldus het Trimbos Instituut. 'Er zijn minder bedden, maar die zijn zo veel duurder dat er nauwelijks extra middelen voor ambulante zorg en ondersteuning kwamen. En waar er geïnvesteerd werd, kwam dit vaak niet terecht bij de mensen die minder dan voorheen opgenomen worden. De kwaliteit van leven van deze mensen is er niet op vooruit gegaan. Dus feitelijk is de ambulantisering nog maar nauwelijks op gang gekomen. Het proces vlot trekken vergt consequent volhouden van de beleidsrichting, maar met een fundamenteel andere prioritering. Op de werkvloer is innovatieruimte nodig om dat proces beter op gang te brengen.'
Acceptatie is groot probleem
Acceptatie binnen de wijken is wel een groot probleem. 'Denk aan verkeerd afgelopen tbs-gevallen, die een gevoel van onveiligheid aanwakkeren,' staat op de website van Trimbos. De vraag is dan hoe stigmatisering kan worden bestreden. Kroon onderzoekt deze maatschappelijke acceptatie van mensen met psychische problemen. Hij hoopt ook het antwoord te vinden op vragen als: Wat zijn de (individuele) achtergronden en oorzaken van ‘de verwarde mens’? Hoe organiseer je een hoogwaardige geïntegreerde behandeling met ‘zo gewoon mogelijke’ ondersteuning op kleine schaal? De hoogleraar onderzoekt daarnaast nieuwe psycho-sociale interventies, adequate organisatie van zorg en ondersteuning ‘in de wijk’, en ontwikkelingen in kwaliteit van leven. Het gaat om integratie in de samenleving en om integrale zorg en ondersteuning.
Bron: Trimbos Instituut