Vakblad voor sociaal professionals
en het sociaal domein

Bewijs

Veel instellingen en professionals in de sociale sector zeggen tegenwoordig van zichzelf dat ze effectief werken. Dat roept bij mij meteen twee vragen op. In de eerste plaats: waarom moet je dat zo nadrukkelijk laten weten? Effectief werken zou eigenlijk vanzelfsprekend moeten zijn.
Bewijs

Wanneer iemand een bepaald type werk doet, mag je er toch van uitgaan dat hij daarin bedreven is en dat hij goede resultaten boekt. Een loodgieter zal niet beweren dat hij effectief werkt. Voor hem is dat geen vraag, maar een uitgangspunt: wanneer je een lekkage niet kunt verhelpen, ben je een loodgieter van niks en kun je beter iets anders gaan doen. Goed, het repareren van een waterleiding kun je niet vergelijken met het meeste werk in de sociale sector. Wanneer het niet meer lekt en dat blijft zo, dan heeft de loodgieter effectief gewerkt. Dat is voor zijn beroepsgroep een duidelijke prestatie-indicator. Voor maatschappelijk werkers en andere sociale professionals is er niet altijd zo’n simpel criterium. Maar toch: ook van hen mag je vakmanschap verwachten, goed gereedschap en blijvend resultaat.

 

Hoe meet je wat werkt?

En ik had nog een tweede vraag: hoe weet je dat je effectief werkt? Je kunt dat wel zeggen, maar dat moet je ook waar maken. Je moet het kunnen aantonen, er bewijs voor hebben. In dat verband hoor je vaak de uitdrukking ‘evidence based’. Bijvoorbeeld: ‘Onze methode is evidence based’. Of: ‘Wij werken uitsluitend evidence based’. Dat klinkt goed: door dat Engels lijk je heel up-to-date als je zoiets zegt. Maar hoe zit het met dat bewijs?

 

Ervaring

Als we daar wat beter naar kijken, dan zien we dat er veel soorten bewijs bestaan en dat die niet allemaal even sterk zijn. In het dagelijks leven is onze eigen ervaring vaak doorslaggevend: je weet gewoon dat het brood van die bakker het lekkerste is, dus daar ga je brood kopen. Maar beroepsmatig kun je niet alleen op je eigen ervaring afgaan. Dan heb je ook de ervaringen van anderen nodig en de kennis die er in jouw vakgebied is opgebouwd. Ervaringen zijn waardevol, zeker in de sociale sector, en ze vormen een goede bron van informatie over de resultaten die je boekt. Daarom is het belangrijk om de ervaringen van beroepskrachten én van cliënten systematisch te verzamelen en om ze direct te betrekken bij de uitvoering van het werk. Als er goede ervaringen zijn, bijvoorbeeld met een interventie, dan zijn dat aanwijzingen dat die interventie tot positieve resultaten leidt. Dat is een goede aanleiding om naar écht bewijs te gaan zoeken.

 

Werken aan eigen bewijs

Het beste bewijs krijg je door wetenschappelijk onderzoek waarbij je cliënten verdeelt over een groep die een bepaalde interventie krijgt en een andere groep die deze interventie niet krijgt. In de dagelijkse praktijk is dat vrijwel nooit haalbaar: het is duur en tijdrovend en als beroepskracht heb je wel wat anders aan je hoofd. Het is ook niet verstandig om meteen zo hoog in te zetten. Kijk eerst maar eens naar wat er al allemaal bekend is. Dan zul je merken dat veel van die kennis heel bruikbaar is om tot een onderbouwing van je eigen praktijk te komen. Het Nederlands Jeugdinstituut en MOVISIE bieden op hun websites veel bestaande kennis aan, geordend in databanken en in overzichten van wat bekend is bij bepaalde problemen. Met de informatie die je daar vindt, kun je beginnen met het bekijken van je eigen praktijk. Komen je eigen ervaringen en de resultaten die je boekt overeen met wat de literatuur zegt? Dan is dat een eerste vorm van bewijs: wat je doet is dan in zekere zin evidence based. Het kan ook zijn dat die bestaande kennis aanleiding is om nog eens goed naar je eigen werk te kijken. Dat je ontdekt hoe je dit werk verder kunt verbeteren. Want waarom zou je alles alleen moeten uitvinden? Door gebruik te maken van wat anderen hebben onderzocht en uitgedacht, kun je aan je eigen bewijs werken.

 

Gert van den Berg

 

Dit is de tweede bijdrage uit een serie met nieuws over effectieve interventies.

 

Gert van den Berg werkt bij het Nederlands Jeugdinstituut, onder andere aan de Databank Effectieve Jeugdinterventies. E-mail: g.vandenberg@nji.nl



Naar homepage



Relevante categorieën: