Tegelijkertijd zijn er ook op veel plekken positieve ervaringen, zoals die opgedaan met het programma De Vreedzame School en de bijbehorende wijkaanpak, De Vreedzame Wijk, waarmee samen met alle andere opvoeders in de wijk de op school verworven burgerschapscompetenties in andere contexten worden versterkt.
Wat maakt het zo lastig om voortgang te boeken met burgerschapsonderwijs in Nederland? En wat kunnen we leren van die positieve ervaringen? Hoe moet dat eigenlijk, burgerschapsonderwijs? In dit essay wordt een antwoord gezocht op die vragen én wordt een aantal aanbevelingen geformuleerd voor de toekomst.