Mijn dochter doelt op Jason Bhugwandass, een jongeman van zesentwintig, psycholoog en ervaringsdeskundige, die inderdaad een afschuwelijke geschiedenis in de jeugdhulp heeft doorgemaakt. Zo verbleef hij in zijn tienerjaren vijftien maanden in vijf verschillende instellingen voor gesloten jeugdhulp. Heb je weleens nagedacht over de term ‘gesloten jeugdhulp’? Sjakie is verdrietig, voelt zich bang en eenzaam, thuis is het ongezellig… hoe kunnen we helpen? Weet je wat! We brengen Sjakie naar een huis vol vreemde mensen, stoppen hem in een kale kamer en doen vervolgens de deur op slot! Hoeft hij niet meer verdrietig en bang te zijn, want hier is het wel gezellig. ‘Gesloten jeugdhulp’ is een contradictio in terminus. Het is zoiets als beweren dat een legbatterij een vorm van ‘pluimveezorg’ is. Of als getraumatiseerde kinderen uit Syrië na maanden op de vlucht, in de kou op een grasveld in Ter Apel laten slapen, ‘gastvrijheid’ noemen.
Maar waarom is Jason precies een held? ‘Jason heeft er eigenhandig voor gezorgd dat die verschrikkelijke kindergevangenissen gesloten gaan worden’, legt mijn dochter uit. Ze heeft een punt. Jason was recent in het nieuws. Hij heeft 51 lotgenoten geïnterviewd, kinderen die werden opgesloten in zogenoemde ZIKOS-afdelingen. Het acroniem staat voor Zeer Intensieve Kortdurende Observatie en Stabilisatie-afdelingen. Op basis van deze interviews schreef Jason het rapport ‘Eenzaam opgesloten’ dat afgelopen maart gepubliceerd werd. Het rapport beschrijft hoe jongeren tijdens hun verblijf in een ZIKOS werden blootgesteld aan mishandelingen, scheldpartijen en misselijkmakende machtsspelletjes. Voor alle duidelijkheid, het waren de ‘professionals’ die voor deze kinderen moesten zorgen, die de pestkoppen waren.
Het rapport concludeert dat verblijf in een ZIKOS voor een kind onveilig, traumatisch en beschadigend is.
Bestuurders van twee instellingen voor jeugdhulpmaar-niet-heus, een in Harreveld en een in Zetten, reageren op dit rapport met de mededeling dat zij ‘geschrokken en geraakt zijn’. Het zijn de krokodillentranen van bestuurders die dit gedrocht zelf hebben gecreëerd. En waarschijnlijk waren ze er nog trots op ook. Bovendien beschikken we inmiddels, en dat weten deze figuren ook, over decennia internationaal onderzoek naar vrijheidsbeperkende varianten van residentiële jeugdhulp. Als je je daar een beetje in verdiept, kun je niet heel erg verbaasd zijn over de inhoud van het rapport ‘Eenzaam opgesloten’. Het is niet de eerste keer dat Jason aan de boom schudt. Jason komt al jaren op voor de jongeren die worden vermalen in de molens van de residentiële jeugdhulp. Hij werd vooral bekend door een VPROdocumentaire over zijn eigen ervaringen. Hij geeft geregeld interviews, publiceert en is zeer actief op social media. Jasons inspanningen zijn absoluut van invloed geweest op de beleidsmakers. Al in 2021 nam een Kamermeerderheid een motie aan om een einde te maken aan het plaatsen van kinderen in de gesloten jeugdhulp.
Het kabinet ging aan de slag en ontwierp de wet ‘Betere bescherming kinderen in de gesloten jeugdhulp’, die vanaf 1 januari 2024 van kracht is. Het doel van de wetgeving is te realiseren dat er vanaf 2030 geen kinderen meer worden opgesloten in het kader van jeugdhulp. Tot die tijd worden kinderen ‘veilig’ opgesloten. Staatssecretaris Maarten van Ooijen verdedigt deze wet zo: ‘We moeten er alles aan doen om te zorgen dat kinderen in de gesloten jeugdhulp passende en liefdevolle zorg ontvangen en dat zij zich veilig voelen. Overal in het land wordt momenteel toegewerkt naar een vorm van jeugdzorg op basis van kleinschaligheid en openheid. Dat betekent ook iets voor hoe we omgaan met vrijheidsbeperking’. En uiteraard volgt hierop het obligate ‘Het belang van de kinderen stellen we voorop’.
Wat klopt hier niet? De Tweede kamer zegt: ‘Kappen met kinderen opsluiten’. De wet zegt: ‘Goed idee, over zes jaar sluiten we geen kinderen meer op, maar nu gaan we er nog heel even mee door. Maar we zullen dit keer lief voor ze zijn als we hun deur op slot draaien’.
Vaak is het wijs om bij structurele veranderingen de weg van de geleidelijkheid te kiezen. Hier gaat dat volgens mij niet op. De schade die de ZIKOS veroorzaakt heeft, is daar te ernstig voor. Al geloof ik niet dat het de opzet was kinderen in de ZIKOS te beschadigen. De groepsleider van een ZIKOS die op een dag naar een meisje schreeuwde: ‘Je hebt een eetstoornis? Is goed, zullen we zien hoe lang je dat volhoudt. Vanaf vandaag komen we je geen eten meer brengen. Dan roep je vanzelf wel om eten’, was die dag waarschijnlijk niet opgestaan met het voornemen om een kwetsbaar kind het leven zuur te maken. Misschien had deze persoon ooit idealen over het helpen van kinderen. Mogelijk was hij of zij, door de context waarin hij of zij werkte, blind geworden voor het kwaad dat er werd aangericht.
Ongeveer vijftig jaar geleden schreef de Russische schrijver Alexander Solzjenitsyn het beroemde boek ‘de Goelag Archipel’. Het boek beschrijft het leven van gevangenen in de ijskoude hel van de strafkampen voor politieke dissidenten in Siberië in de tijd van de Sovjet-Unie. Solzjenitsyn schrijft gedetailleerd over de wreedheden, de mishandelingen, de loodzware dwangarbeid en het gebrek aan gezond voedsel in deze kampen. Dat kon hij omdat hij, net als Jason, een ervaringsdeskundige was. Solzjenitsyn heeft in de jaren ’40 en ’50 elf jaar detentie in dergelijke kampen weten te overleven.
In ‘De Goelag Archipel’ stelt Solzjenitsyn zichzelf deze vraag: ‘Wat zou er gebeuren als de bewakers en de gevangen van plaats zouden ruilen? Als de gevangen het voor het zeggen zouden krijgen en de bewakers dwangarbeid moesten verrichten? Zou het leven in zo’n kamp dan draaglijker wordt?’ De schrijver gelooft van niet. Als de gevangenen de kans zouden krijgen, zouden velen van hen, volgens Solzjenitsyn, het geweld en het onrecht dat ze is aangedaan, met gelijke munt vergelden. Deze constatering leidde tot de beroemde quote van Solzjenitsyn: ‘De scheidslijn tussen goed en kwaad loopt niet tussen staten, of tussen maatschappelijke klassen of tussen politieke stromingen. Deze lijn loopt dwars door het hart van elk mens’.
Nu is het niet de bedoeling om de ZIKOS-afdelingen gelijk te stellen aan de Goelag-kampen. Solzjenitsyns gedachten over macht en onrecht zijn in deze context echter wel relevant. Het punt is dat het systeem van de gesloten jeugdzorg machtsmisbruik in de hand werkt. Daar kun je zelfs met een vriendelijke wet niets tegen doen. Zolang kinderen worden opgesloten in oorden als de ZIKOS blijven ze kwetsbaar voor machtsmisbruik door volwassenen. Zolang professionals ten opzichte van kinderen in een ongezonde machtspositie worden gemanoeuvreerd, vraag je om moeilijkheden. Het zijn omstandigheden die kunnen leiden tot een cultuur waarin wreedheid genormaliseerd wordt.
Instellingen als die in Harreveld en Zetten moeten daarom zo snel mogelijk gesloten worden. Het bederf zit daar in het behang. Je krijgt het er nooit meer uit. Voor de kinderen die nu nog zijn opgesloten zou vervangende, werkelijk veilige alternatieven gevonden moeten worden. Ouders, grootouders en familie van deze kinderen zouden daar, als het enigszins mogelijk is, een belangrijke rol bij moeten spelen. Het vinden van een goed alternatief zal voor sommige van deze kinderen niet eenvoudig zijn. De niet-gesloten jeugdhulp kampt ook met ernstige problemen. Veel kinderen met minder ingrijpende problemen dan die waar de kinderen in Harreveld en Zetten mee kampen, krijgen vaak geen of onvoldoende passende hulp. Of moeten er lang op wachten. Daar komt nog bij dat staatssecretaris van Ooijen recent een tegenvaller moest incasseren. In februari, een maand voor Jasons rapport, besloot de Tweede Kamer om een nieuwe structurele bezuiniging op de jeugdhulp van 500 miljoen euro te accorderen. De staatssecretaris had daar tevergeefs tegen geadviseerd. Dezelfde wetgevende instantie die in 2021 nog van mening was dat kinderen niet opgesloten zouden moeten worden, keert in 2024 dezelfde groep kwetsbare kinderen domweg de rug toe. En waarom?
Vraag het de roerganger van de grootste politieke partij. Toen deze boze blonde Boomer nog geen verantwoordelijkheid droeg, schreeuwde hij moord en brand over van alles en nog wat, ook over de jeugdhulp. Nu heeft hij de verkiezingen gewonnen en draaikont hij zich onder de verantwoordelijkheid voor goede jeugdhulp uit. Het zal wel in zijn overvolle rechtsdraaiende ‘ijskast’ belanden. Als je het programma van deze eenmanspartij goed bestudeert, ontdek je dat het ene lid en lijsttrekker juist voorstander is van het langdurig opsluiten van kinderen. Hij pleit er bijvoorbeeld voor om kinderen van veertien die de wet overtreden, te berechten alsof ze volwassen zijn, wat uiteraard tot veel hogere gevangenisstraffen leidt. Het is wel in strijd met het Internationale Verdrag voor de Kinderrechten, maar aan verdragen en mensenrechten heeft deze evangelist van het rücksichtsloze egoïsme, maling.
Ook de veiligheid en het welzijn van ontheemde kinderen uit Syrië die stranden in de Groningse klei, in omstandigheden die ook strijdig zijn aan de Kinderrechten, laat de leider van de Partij Voor de Vrijheidsberoving siberisch. Als volstrekte onverschilligheid ten aanzien van het lot van kinderen leidt tot verkiezingswinst, hoe moeten we er dan nog op vertrouwen dat de toekomstige Jasons wel passende en liefdevolle hulp mogen verwachten? Laten we maar hopen dat Jason-de-held doorgaat met rammen op de deur van de medemenselijkheid en het politieke fatsoen. Zolang er nog naar jongeren als Jason wordt geluisterd, is er hoop.
Lees hier meer verhalen uit sozio 2 2024 of word abonnee!