Vakblad voor sociaal professionals
en het sociaal domein

Dagelijkse zorg aan dementerende verpleeghuispatienten kan beter

Als routines minder vanzelfsprekend zijn en meer naar de mens wordt gekeken, kan de zorg voor demente ouderen worden verbeterd. Dat concludeert Madeleine Timmermans uit haar onderzoek naar de zorg voor demente ouderen.

Een dementerende vrouw klaagt, terwijl ze wordt gewassen, over de kou en roept ‘ brrr…’ De verzorgende doet niets met haar gejammer; de routine van het wassen kan immers niet zo maar worden onderbroken. Maar wordt daarmee de vrouw en haar klacht wel serieus genomen? Madeleine Timmermann deed onderzoek naar mensen met dementie die professionele zorg ontvangen in verpleeghuizen, en toch blijven jammeren. Het onderzoek laat zien dat die zorg kan worden verbeterd als routines minder vanzelfsprekend zijn en meer naar de mens wordt gekeken. Timmermann promoveert op woensdag 14 april aan de Universiteit van Tilburg.

De mens centraal
Meer naar de mens kijken in de zorg; het klinkt mooi, maar is vaak moeilijk. De praktijk van het zorgen is immers noodzakelijk gevormd door gewoonten, routines en culturen, waarbij voor concrete klachten of wensen van patiënten niet altijd ruimte is. In de zorg voor dementerende mensen geldt het nog sterker: zij kunnen zich immers vaak moeilijk uiten. Een bepaalde routine, bijvoorbeeld bij het wassen, lijkt dan de enige manier om zorg te verlenen.

Onderzoek
Uit Timmermanns onderzoek blijkt dat het wel degelijk mogelijk is om gevoelens van ongemak of pijn bij individuele dementerenden op te merken. Bovendien is het mogelijk om aandacht aan die gevoelens te schenken, zonder dat bestaande routines drastisch moeten worden bijgesteld.
 
Ongenoegen
Timmermann maakte gebruik van video-opnames en een bestaande verbetermethode in de ouderenzorg – de zogeheten Video Interactie Begeleiding. De beelden laten zien hoe dementerenden hun ongenoegen kenbaar maken in woorden als ‘ au’, ‘ kou’ en ‘ help’. Verzorgenden en verpleegkundigen kunnen de beelden bekijken en zo met enige afstand de dagelijkse praktijk onder de loep nemen en wellicht aanpassen. Soms is een voorverwarmde handdoek bij het wassen al voldoende om veel ongenoegen weg te nemen.
 
Presentietheorie
De kunst is om oog te hebben voor individuele noden van de patiënten. Timmermann gebruikt daartoe de zogeheten presentietheorie, een theorie uit de zorgethiek die school maakt. Hierin staan aandacht en toewijding aan de zorgbehoevende centraal. Belangrijk daarbij is kijken naar wat een zorgbehoevende nodig heeft en niet wat gewoonte of routine voorschrijft. Dat wil niet zeggen dat routines, gewoonten of protocollen er niet toe doen, maar zorgverleners leren ze toetsen aan de praktijk. Timmermann noemt dat relationele afstemming: een balans zoeken tussen zorgverlener en zorgbehoevende. Voor de zorgverlener komt het erop aan om door het decorumverlies heen de dementerende als een waardig mens te blijven zien.
 
Taboe
Timmermann besteedt in haar proefschrift ook veel aandacht aan het huidige taboe rond dementie. Voor veel Nederlanders lijkt dementie erger dan doodgaan, vooral omdat de ziekte ondermijnt wat als wezenlijk wordt beschouwd: autonoom zijn over je leven en je gedachten. Toch kunnen we ons, ook met het oog op de vergrijzing, afvragen of er niet een meer genuanceerd beeld van dementie mogelijk is. Timmermann geeft voorbeelden uit de literatuur, zoals Bernlefs Hersenschimmen, maar ook uit de jeugdliteratuur.
 

Bron: Universiteit van Tilburg


Naar homepage


De Redactie,