
Dat zijn belangrijke conclusies uit een rapport over de aanpak van seksueel geweld tegen kinderen.
Het rapport ‘Op goede grond; de aanpak van seksueel geweld tegen kinderen’ is opgesteld door de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, Corinne Detmeijer-Vermeulen. Ze overhandigde het rapport vandaag aan minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie.
Definitie
Onder seksueel geweld wordt verstaan: ‘hands-of’ vormen van seksueel geweld zoals ongewenst geslachtskenmerken zien, zowel digitaal als in de reële wereld. Maar ook ongewenst aangeraakt door een ander, ongewenst gezoend, ongewenst manuele of orale seks en ongewenste geslachtsgemeenschap.
Meisjes, jongens
Meisjes worden relatief vaker slachtoffer van seksueel geweld dan jongens: 41 procent van hen krijgt ermee te maken, tegenover 23 procent van de jongens. Eén op de tien meisjes maakt ongewilde manuele seks mee, één op de twintig orale of genitale seks. Niet iedereen ziet zichzelf als slachtoffer, jongens relatief minder vaak dan meisjes.
Plegers
De pleger is in de meeste gevallen een bekende van het slachtoffer. Ook is hij (het is bijna altijd een hij) in ruim een kwart van de gevallen zelf nog een kind. Slachtoffers blijken maar zelden aan de politie zijn of haar verhaal te doen: één op de elf slachtoffers. Als de pleger een bekende is twijfelen slachtoffers bovendien veel langer voordat zij naar de politie stappen.
De Nationaal Rapporteur doet in haar rapport zes aanbevelingen die de aanpak van seksueel geweld tegen kinderen moeten verbeteren.
Het rapport ‘Op goede grond; de aanpak van seksueel geweld tegen kinderen’
Meer over dit onderwerp
Leids onderzoek nuanceert bevindingen 'Samson'
Start landelijke hulplijn seksueel geweld