Vakblad voor sociaal professionals
en het sociaal domein

Hoor je mij wel?

Kinderen die thuis te maken hebben met geweld, verwaarlozing of seksueel misbruik voelen zich vaak te weinig gezien en gehoord. Recente gebeurtenissen, zoals met het meisje in Vlaardingen en de zedenzaken in Barendrecht en Enkhuizen, schokken ons als samenleving en maken de eenzaamheid van de kinderen die hierbij betrokken zijn bijna voelbaar. Maar ook bij minder dramatische of grootschalige gevallen horen we keer op keer van kinderen dat ze een luisterend oor, informatie en eigen inbreng hebben gemist. Hoe kan het anders?

Een ernstig vervuild huis dat je aantreft bij een gepland huisbezoek, een kind dat de laatste tijd veel stiller is in de klas, blauwe plekken op onlogische plaatsen, ouders waarvan je weet dat ze elkaar het leven zuur maken, een kind dat veel verzuimt van school; allerlei signalen waardoor je je kunt afvragen of het thuis wel goed gaat. Als je je zorgen maakt om een kind, kan het best een drempel zijn om dit met een kind te bespreken: wat als het kind er niet over wil praten? Als je hem alleen maar verder klem zet of zelfs verder beschadigt? Wat als de ouders niet willen dat je met hun kind praat? Of je de situatie onbedoeld alleen maar erger maakt?

En ook als we wel met kinderen praten, kan het gebeuren dat we tekortschieten richting het kind. Bijvoorbeeld omdat ons hoofd en ons handelen vooral gericht is op ouders, op oplossen en op allerlei geregel, waardoor we niet met onze volle aandacht bij het kind zijn. We gaan dan te snel of luisteren niet écht en nemen soms ingrijpende besluiten, zonder het kind daar zorgvuldig in mee te nemen. ‘Er werden heel veel dingen besloten zonder ons. Er werd ons geen keuze voorgelegd of uitgelegd wat er ging gebeuren.’ ‘De huisarts overlegde veel met mij over mijn moeder. Maar daarbij ging het nooit over hoe het met míj was.’ 

Verder kijken dan het (soms ingewikkelde) gedrag
Soms vertonen kinderen gedrag dat we ingewikkeld vinden, waardoor we hen niet altijd meer serieus nemen in hun uitlatingen of waarbij we vooral bezig zijn het gedrag te beheersen, in plaats van ruimte te geven aan het verhaal dat erachter zit. Juist kinderen die opgroeien met geweld, verwaarlozing en misbruik zijn extra gevoelig voor afkeuring en afwijzing. Helaas lokt hun gedrag niet zelden (opnieuw) een afkeurende of afwijzende reactie uit. Door wat ze meemaken, ontwikkelen kinderen een negatief zelfbeeld en een negatiever mensbeeld. Het is aan ons als professionals om dit niet verder te versterken, maar er juist iets anders tegenover te zetten: jij doet er wél toe, jij bent goed zoals je bent en er zijn mensen die hun best voor jou willen doen. Daarvoor moeten we verder kijken dan gedrag, ons verplaatsen in het kind, luisteren en het kind serieus nemen.

Lees het artikel hier of word abonnee en krijg toegang tot alle artikelen van Sozio op sociaaldigitaal.nl.


Over de auteur
Marike van Gemert
is trainer en oprichter van de Academie voor Praten met Kinderen. Ze studeerde ontwikkelingspsychologie, werkte twaalf jaar bij de Kindertelefoon en acht jaar in de zorg, onder andere met cliënten met ernstige gehechtheidsproblematiek. Ze schreef het Praktijkboek praten met kinderen over kindermishandeling (2019, Bohn Stafleu van Loghum). Ook is ze mede-ontwikkelaar van het Praatboek, voor kinderen die te maken krijgen met veiligheidsafspraken, en van het werkboek Veerkracht, voor kinderen die gevlucht zijn.



Naar homepage