Van Yperen, bijzonder hoogleraar 'Monitoring en innovatie zorg voor jeugd’ aan de Rijksuniversiteit Groningen en expert bij het NJi, was een van de plenaire sprekers.
Verworvenheden
Hij stond in zijn inleiding stil bij de verworvenheden rond het onderzoek in de jeugdzorg. 'De kennis is in de afgelopen tien jaar enorm toegenomen. Het werk is veel meer evidence based.' Dat evidence based werken wordt in zijn ogen nogal eens te beperkt opgevat. Het omvat, zoals nogal eens wordt gedacht, niet alleen kennis uit onderzoek die voor de praktijk beschikbaar is, maar ook kennisontwikkeling met de praktijk, aldus de bijzonder hoogleraar. Hij liet de zaal de ideaaltypische cyclus zien rond een collectief kennisbestand waarin wetenschap en praktijk elkaar voortdurend bestuiven. 'Evidence based is een juiste mix tussen research based, practice based en value based werken'. Waarbij het value based duidt op de ethische overwegingen die het werken met kinderen en jeugdigen voor professionals onmiskenbaar met zich meebrengt.
Bekaaid
Tegelijkertijd constateert Van Yperen dat kennisgebruik er in de praktijk van de jeugdzorg bekaaid afkomt. Jeugdzorgprofessionals maken te weinig gebruik van kennis die inmiddels in ruime mate in de sector beschikbaar is. 'De implementatie ervan is nooit goed belegd.'
Als voorbeeld noemde hij de sociale wijkteams. 'Veel teams oriënteren zich te weinig op kennis die er al is. Kennis die het antwoord kan bieden voor problemen waar teams op stuiten.'
We moeten zorgen dat veel meer jeugdzorgprofessionals van die kennis gebruik gaan maken, omschreef van Yperen een van de in zijn ogen belangrijke opdracht voor de komende jaren.
Lies Schilder, directeur van de beroepsvereniging van maatschappelijk werkers (NVMW) ging later die ochtend in een debat tijdens een deelsessie dieper in op deze agendasetting van Van Yperen. Hoe breng je dat nu in de praktijk? Schilder hield een stevig pleidooi om in organisaties leerprocessen te organiseren zodat die kennis daadwerkelijk kan landen in de praktijk. 'Hbo'ers in organisaties voelen zich nogal eens geïntimideerd door de status van managers en academisch gevormde professionals. Je moet leerprocessen echt gaan organiseren in organisaties want anders komt het gebruik van research-based kennis nooit van de grond.'
Drie andere kanttekeningen
Van Yperen schetste in zijn inleiding drie andere kanttekeningen rond kennisontwikkeling in de jeugdzorg. Zo zijn er nog weinig interventies waarvan er stevig bewijs is dat ze werken. Dat zijn nu tien therapievormen van de in de databank effectieve interventies opgenomen methoden. Er is dus veel bruikbare kennis, maar de wetenschappelijke basis kan steviger. Verder zei hij dat er te weinig aandacht is voor de kosteneffectiviteit van evidence based practice. Tenslotte merkte van Yperen op dat de kennisagenda in de jeugdzorg te weinig is gekoppeld aan de staat van de jeugd. Zijn advies: Peil eerst wat de belangrijkste vragen en problemen zijn en bepaal daarna de prioriteiten in je kennisagenda.