Dat betoogde Eveline Tonkens, bijzonder hoogleraar actief burgerschap aan de Universiteit van Amsterdam. Ze deed dat tijdens de conferentie “Ruimte voor de professional” aan de Hogeschool Inholland in Rotterdam, op 12 april.Wat kunnen professionals, managers en bestuurders ertoe bijdragen om docenten en jeugdwerkers meer tot hun recht te laten komen teneinde de kwaliteit van het onderwijs en zorg te verbeteren? Die vraag stond centraal op de conferentie.
Hbo-onderwijs en jeugdzorg
De bijeenkomst spitste zich toe op én de positie van de professional in het hbo-onderwijs én die van de professional in de jeugdzorg. ‘Er zijn vergelijkbare ontwikkelingen in beide sectoren, zei projectmanager Karin Kleine, voormalig directeur social work van Inholland en organisator van de conferentie, ter verklaring van die keuze. Ze verwees daarbij naar het Actieplan Professionalisering Jeugdzorg en het rapport van de commissie Veerman over de toekomst van het hoger onderwijsstelsel.
Domineren
Tonkens zette in haar inleiding uiteen dat markt en bureaucratie momenteel de werkwijze in zorg en welzijn domineren. De leidende waarden daarbij volgens haar: dienstbaarheid aan procedures en dienstbaarheid aan de vraag (zie schema). Zowel bij de sturing van de wijze waarop de zorg tot stand komt als bij de verantwoording, domineren de protocollen, betoogde Tonkens. Ze hekelde deze werkwijze en de ‘loze procestaal’ die dat met zich meebrengt, uitgedrukt in woorden als ‘ketens en trajecten’. ‘Geen zaken waar je mensen om half vier ’s nachts wakker voor krijgt en dat is toch vaak een graadmeter voor het belang van iets.’
Ironie
Het roer moet om, vindt Tonkens, die dat pleidooi al jaren uitdraagt op podia van congreszalen, zoals ze zelf ook met ironie verkondigde in Rotterdam. De professional is gebaat bij democratische ambachtelijkheid, betoogde de bijzonder hoogleraar – als antwoord op de leidende vraag van de conferentie. Pijler voor die democratische ambachtelijke werkwijze is, zo verwoordde Tonkens ‘de langdurige basale menselijke neiging om een taak goed uit te voeren, omwille van de taak zelf. ‘De professional is iemand die ambachtelijk werkt en dat democratisch wil doen.’ Waarborg voor die democratische werkwijze volgens Tonkens is intervisie door vakgenoten en de dialoog tussen cliënt en professional. Andere kernwoorden in deze werkwijze: dialoogsturing, geduld, acceptatie van toeval en onbeheersbaarheid (‘niet alles is maakbaar’) en verbeelding.
Transparantie
Ook Paul Frissen, decaan en bestuursvoorzitter van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur en hoogleraar bestuurskunde aan de Universiteit van Tilburg, hekelde in zijn met ironie en humor doorspekte spreekbeurt, de dominantie van de bureaucratie en de protocollen. Wel zette hij vraagtekens bij Tonkens pleidooi voor democratisering. Hij deed dat door onder meer in te gaan op het begrip transparantie – dat bestuurders en beleidsmakers als toverwoord lijken te zien. Transparantie leidt juist tot bureaucratie, vindt Frissen. ‘Als je transparantie eist, krijg je formulieren.’
Michelinster
Dat niet in elke sector kwaliteitscontrole op transparantie is gebaseerd, illustreerde de hoogleraar met het voorbeeld van de Michelinster. ‘Over de criteria van de Michelingids wordt diepste geheimhouding betracht. Het systeem is gebaseerd op een mysterie.’ Niemand die vraagtekens zet bij de kwaliteitsoordelen. De kennis en kunde van de beoordelende professional staat namelijk niet ter discussie, wilde Frissen hier maar mee zeggen.