Rebellerende professionals zijn verdrietig, boos, teruggetrokken, opstandig, vechtend, apathisch, vermijdend… Zij hebben last van stroperigheid, eindeloze muren, bureaucratie en besluiteloos management. Maar ook van de talloze en eindeloze overleggen zonder resultaat, de opgelegde hoge ambities met achterblijvende middelen en onvoldoende ruimte om als professional te kunnen doen wat nodig is, het ontbrekende vertrouwen van collega’s en managers of bestuurders, de problemen die maar niet serieus genomen worden, doelgroepen die zich meer en meer als eisende consumenten gedragen en daartoe ook alle ruimte krijgen, grote, ambitieuze doelstellingen die maar niet concreet worden, grootse, opgelegde veranderingen die gepaard gaan met bezuinigen en elkaar opvolgen nog voordat de vorige goed en wel afgerond is. Want er daagt immers een toekomst waarin alles – nog – doelmatiger zal zijn.
Rebellerende professionals hebben last van collega’s die zich gedragen als ware gelovigen en de zegeningen van de daken schreeuwen van geïntroduceerde veranderingen, zoals marktwerking, klantgerichtheid, ondernemerschap, eigen kracht, zelfsturende teams, de kracht van het sociale netwerk en integrale dienstverlening. Collega’s die geen trek hebben in kritische gesprekken die het geloof in twijfel trekken.
Rebellerende professionals hebben last van tegenstrijdige opdrachten, zoals ‘doe meer met minder’, ‘wordt proactief, maar vraag wel altijd eerst toestemming’, ‘wees creatief, maar maak het niet te bont’, ‘bezuinig op de uitgaven en neem er deze nieuwe taken bij’, of ‘lever individueel maatwerk zonder van onze protocollen af te wijken’.
Door dit alles groeit het besef van de rebellerende professional dat de werkelijkheid anders is dan hij zich voorstelde toen hij vol enthousiasme de vraag beantwoordde ‘wat wil ik worden als ik later groot ben?’.
In veel gevallen word je als rebellerende professional verguisd en is vereenzaming je lot. Gelovige collega’s en managers verwijten je niet mee te doen, het niet te begrijpen, er niet bij te horen. Het is immers zo klaar als een klontje dat aan de organisatie niets mankeert, dat de nieuwe koers de enig juiste is en dat de voorgenomen ambities zeker haalbaar zijn. Willen is immers kunnen en onze doelgroepen houden van ons!
Als rebellerende professional word je nog verder onder druk gezet doordat trendy management- of veranderliteratuur in de organisatie wordt geïntroduceerd. Als wereldse bijbels zouden deze moeten motiveren en activeren. De ware gelovigen achtervolgen de twijfelaars, de neezeggers en de ontduikers. En zo hoor je dat er zelfs pinguïns zijn die initiatief nemen en hun toekomst opnieuw uitvinden, dat Winnie de Poeh precies weet wat goed management vraagt, of dat de Chinezen al voor onze jaartelling begrepen wat een goede strategie is. Aangevuld met kretologie zoals:
- ‘Verandering is altijd positief.’
- ‘Alle conflicten kunnen worden voorkomen door…’
- ‘Jullie zijn kanjers en oké.’
- ‘Als de klant structureel voorrang krijgt, wordt iedereen daarvan gelukkiger.’
- ‘Werken is spelen. Heb dus vooral plezier.’
- ‘De nieuwe toekomst visualiseren is voldoende is om deze te realiseren.’
- ‘Anders denken over de wereld leidt tot anders doen.’
- Enzovoorts, enzovoorts, enzovoorts.
Alles optellend kun je stellen dat al die managers, collega’s en behoorlijk wat goeroes je duidelijk maken dat je wel een echte kneus moet zijn om niet te willen en kunnen doen wat nodig is om jouw eigen toekomst, jouw succes, jouw geluk, te creëren.
Maar voor rebellen (en hun managers, directies en bestuurders) is er nu goed nieuws. Jos van der Horst schreef er een boek over, er is een speciale website en Jos geeft trainingen. Klik op de links voor meer informatie!