Partnergeweld is de meeste voorkomende vorm van gezinsgeweld. Eén op de zeven vrouwen kreeg het afgelopen jaar te maken met ten minste één daad van geweld door de (ex-)partner. Ook mannen zijn slachtoff er; één op de tien mannen wordt met partnergeweld geconfronteerd. Sinds het uitbreken van COVID-19 en de beperkende maatregelen die er gelden, krijgen hulplijnen en opvangcentra alarmerende signalen van partner-geweld. Ook in Vlaanderen ontving de hulplijn 1712 beduidend meer oproepen, niet alleen van slachtoffers, maar ook van derden (zoals buren en omstaanders). Kortom, iedereen die vragen heeft over geweld. In juli 2020 telde de hulplijn bijna 1200 mogelijke slachtoffers van partnergeweld.
Dit zijn gemiddeld 170 meldingen van slachtoffers en omstaanders per maand; een stijging van maar liefst 79 procent ten opzichte van het maandelijkse gemiddelde in 2019. Deze stijging wijst niet noodzakelijk op een toename van het aantal slachtoffers van partnergeweld. Een andere verklaring kan bijvoorbeeld zijn: meer bekendheid van de hulplijn. Partnergeweld is dus een manifest probleem waar professionals (politie, justitie, welzijn, gezondheid) frequent mee in aanraking komen. Het is belangrijk om zo vroeg mogelijk in de geweldscyclus te interveniëren. Risicotaxatieinstrumenten zijn daarbij belangrijke hulpmiddelen.