Laura Dekker (16) schrijft in de brief: ‘De Nederlandse overheid is niet gemakkelijk voor me geweest. Sinds mijn 13de jaar, toen ik onbedoeld in de belangstelling kwam, is mijn leven compleet overhoop gegooid door de Kinderbescherming en de Jeugdzorg. Van een fijne kindertijd werd ik door die instanties in een volwassen wereld gegooid. En die wereld was niet bepaald leuk voor mij.’
Gesloten inrichting
Dekker schrijft dat ze door de instanties onder druk is gezet. ‘Toen mijn plannen bekend werden hebben de Kinderbescherming en de Jeugdzorg van het begin af aan geprobeerd mij tegen te houden. Al bij de eerste rechtszaak, in augustus 2009 (voor ze mij gezien of gesproken hadden), eiste de Kinderbescherming een uithuisplaatsing voor mij en dan ook nog in een gesloten inrichting! Op die manier wilden ze mij het varen beletten.’
Geïntimideerd
Dekker schrijft ook door medewerkers geïntimideerd te zijn. ‘Ook waren er tijdens deze periode erg intimiderende gesprekken met medewerkers van de Kinderbescherming en de Jeugdzorg. Alles bij elkaar een angstige en traumatische ervaring. Deze verschrikkelijke herinneringen beleef ik nog vaak. Ze duren meestal uren en ik krijg mezelf er niet uit. Dat doet pijn.’ Laura Dekker vraagt zich af of ze nog naar Nederland terugkeert. ‘Ik wil Nederland zeker niet de grond instampen, ik heb ervaren dat er ook veel goede mensen zijn. Maar ik voel dat het heel moeilijk voor me wordt om naar Nederland terug te keren.’
In een reactie in De Volkskrant verklaren zowel Bureau Jeugdzorg Utrecht als de Raad voor de Kinderbescherming nog steeds achter hun handelwijze te staan.
Klik hier om de brief van Laura Dekker te lezen.