Uit het onderzoek (van de Universiteit van Amsterdam, Platform31, Stichting Actief Burgerschap, de gemeenten Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Zaanstad, de ministeries van VWS en BZK, woningcorporaties Eigen Haard en Ymere, en zorgorganisatie Cordaan)blijkt dat het te simpel is om te zeggen dat een grotere inzet van vrijwilligers ten koste gaat van de zorg- en welzijnsprofessionals. 'In plaats van een massale dé-professionalisering zien we een verdere professionalisering en de opkomst van nieuwe professionals, zoals de vrijwilligerscoördinator. Maar het levert ook nieuwe verliezers op, vooral onder lager opgeleide medewerkers en kwetsbare vrijwilligers.'
Behoefte aan nieuwe professionals
De opkomst van een ‘vrijwilligersindustrie’ creëert juist de behoefte aan nieuwe professionals. De toenemende professionalisering zie je bijvoorbeeld bij de vrijwilligerscoördinatoren: zij vervullen een belangrijke rol bij het vinden van een juiste match tussen de behoeften van organisaties enerzijds en de wensen en motieven van vrijwilligers anderzijds.
Vrijwilligers professionaliseren
Ook de vrijwilligers zelf professionaliseren. In navolging van socioloog Abram de Swaan noemen we hen ‘proto-professionals’. In houding en gedrag gaan de vrijwilligers steeds meer op professionals lijken, maar dan in een ‘light’ versie, zonder harde diploma-eisen en strenge beroepsverplichtingen. Ook hebben ze vaak een ‘vrijwilligerscontract’ waarin afspraken zijn vastgelegd.
Ten slotte is er ook bij de ‘gevestigde’ professionele beroepen in zorg en welzijn een vorm van verdere professionalisering zichtbaar. Doordat vrijwilligers aandacht en praktische ondersteuning aan cliënten bieden, hebben sociaal werkers en zorgmedewerkers meer tijd om complexere taken te verrichten. Sociaal werkers krijgen daardoor vaak een nieuwe rol, van zelf activiteiten organiseren naar het coachen van vrijwilligers.
Verliezers
Er zijn ook verliezers. Vooral het werk van de lager opgeleide zorgmedewerkers verschraalt, de ‘leuke dingen’ - wandelen met een bewoner bijvoorbeeld - worden steeds meer overgenomen door vrijwilligers. Omdat deze zorgmedewerkers niet altijd de kennis en vaardigheden hebben om complexere taken te vervullen, komt hun positie onder druk te staan.
Ook vrijwilligers die niet voldoen aan de nieuwe eisen, behoren tot de verliezers. Denk aan mensen met een mentale beperking die nuttig vrijwilligerswerk doen, maar daarbij begeleiding nodig hebben. Zij worden door professionals als ‘extra cliënt’ bestempeld en worden steeds vaker buitengesloten.
Een derde groep verliezers is te vinden onder bewoners en bezoekers van voorzieningen waar geprofessionaliseerde vrijwilligers aan het werk zijn. Velen van hen waarderen het laagdrempelige en gelijkwaardige contact met ‘gewone’ vrijwilligers. Professionalisering van vrijwilligers kan nuttig zijn, maar schept ook nieuwe vormen van afstand.
Aanpassen
Het is te simpel om te zeggen dat een grotere inzet van vrijwilligers vanzelfsprekend leidt tot een slechtere positie voor professionals, aldus de onderzoekers. De praktijk levert een gemengd beeld op: beide groepen profiteren en hebben last van de uitbreiding van het vrijwilligerspakket. Cruciaal daarbij is de vraag of de professional of de vrijwilliger zich aan kan passen aan de nieuwe verdeling van taken en verantwoordelijkheden.
Bron: Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken