Dat schrijft Amaranta de Haan, promovendus bij de afdeling Pedagogiek van de Universiteit Utrecht. Haar artikel verschijnt binnenkort in het toonaangevende tijdschrift The Journal of Child Psychology and Psychiatry (JCPP) en is inmiddels op internet gepubliceerd.
Schreeuwen is af te raden
Ouders corrigeren hun kinderen op veel manieren. Een daarvan, hevig reageren op ongewenst gedrag door bijvoorbeeld te schreeuwen tegen het kind of het zwaar te bekritiseren, is af te raden. Amaranta De Haan onderzocht 586 kinderen in de leeftijd van 6 tot en met 15 jaar, en hun ouders. De families werkten in een periode van zes jaar driemaal mee aan het vragenlijstonderzoek dat de Utrechtse promovendus hun voorlegde.
Tot tien tellen
Vooral kinderen met bepaalde persoonlijkheidskenmerken (kinderen die open staan voor ervaringen, introvert, onwelwillend of niet-ordelijk zijn) vertonen meer agressief en regeloverschrijdend gedrag wanneer hun ouders hen op een heftige manier aanspreken. De Haan adviseert ouders dan ook niet te schreeuwen tegen kinderen die voldoen aan deze opgesomde persoonlijkheidskenmerken. 'Deze kinderen hebben baat bij een meer constructieve benadering. Tel als ouder bijvoorbeeld eerst tot tien alvorens te reageren op het gedrag van het kind.'
Nature of nurture?
De onderzoekster verduidelijkt dat het niet enkel de ouders zijn die de ontwikkeling van agressie en regeloverschrijdend gedrag bij hun kinderen beïnvloeden. 'Naast de opvoeding speelt de persoonlijkheid van het kind een belangrijke rol. Het is dus een kwestie van nature en nurture: beide hebben effect op de ontwikkeling van kinderen.'
Afname agressief gedrag
Verder toont De Haans onderzoek aan dat jongens meer agressief en regeloverschrijdend gedrag vertonen dan meisjes. In de onderzochte leeftijdsperiode, 6 tot en met 15 jaar, gaat de ontwikkeling van dit gedrag bij jongens en meisjes echter op gelijke wijze: agressief gedrag neemt met de jaren af. Regeloverschrijdend gedrag blijft in de genoemde leeftijdsperiode echter op eenzelfde niveau: het neemt niet toe, maar wordt ook niet minder.
Dit onderzoek is onderdeel van het longitudinaal onderzoek ‘Flemish Study on Personality, Parenting, and Development’ dat in 1999 is gestart door de Utrechtse pedagoog Peter Prinzie.
(Bron: Universiteit Utrecht)