Wat doe je als je ziet dat een gewaardeerde collega-jongerenwerker een homofobe uitlating doet op Facebook of Twitter? Wanneer een jongere van wie jij vertrouwenspersoon bent, je vertelt over een geweldsdelict waar hij bij betrokken was? Als kinderen niet willen deelnemen aan specifieke groepsactiviteiten vanwege hun culturele en/of religieuze achtergrond en opvoeding? Of als een aantal jongeren van de ene op de andere dag niet meer komt opdagen in het wijkcentrum, nét nadat er een activiteit over de acceptatie van LHBTI’s werd georganiseerd? Dergelijke ‘morele dilemma’s’ komen vaak voor in sociaal werk. De nieuwe KIS-workshop ‘Hoe ga je als sociale professional om met morele dilemma’s in de praktijk?’ geeft sociale professionals en hun leidinggevenden concrete handvatten en kaders om de dilemma’s bespreekbaar te maken en die werkwijze te borgen in hun organisatie.
Professionele eenzaamheid
Als sociaal werkers worden geconfronteerd met een moeilijk dilemma, ervaren zij vaak ‘professionele eenzaamheid’. Dat blijkt onder meer uit onderzoek van adviseur maatschappelijke vraagstukken Naima Azough, dat mede de aanleiding vormde voor het ontwikkelen van deze workshop. Volgens KIS-projectleiders en trainers Annemarie van Hinsberg en Sahar Noor, die de workshop ontwikkelden, is het juist vanwege die eenzaamheid zaak om ervaringen uit te wisselen met collega’s en op een gestructureerde manier in gesprek te gaan – en te blijven – over morele dilemma’s. ‘Alleen op die manier komt er aan het licht wat er eventueel mist en dus nodig is binnen een organisatie om de professionele eenzaamheid en handelingsverlegenheid te verkleinen’, stelt van Hinsberg.
Dilemmatafel
De workshop is verdeeld in drie onderdelen. Deel één (‘praten’) bestaat uit het reflecteren op individueel niveau: wat zijn mijn normen en waarden, en wat betekent dat voor concreet dilemma x? Deel twee (‘duiden’) toetst de eigen normen en waarden aan beroepskaders en -codes binnen en buiten de organisatie, inclusief wet- en regelgeving. In het laatste deel (‘doen’) wordt tot actie overgegaan en worden gemaakte afspraken uitgezet.
Die afspraken moeten uiteindelijk worden geborgd in een organisatie, om te voorkomen dat het gesprek over morele dilemma’s slechts incidenteel wordt gevoerd en afhankelijk is van één of enkele initiatiefrijke professionals. ‘Om die reden kan het zinvol zijn als teamleiders en managers de workshop ook volgen’, aldus Van Hinsberg.
Bron: www.kis.nl